Astrid heeft Frits Wester ontmoet en gesproken. In de column beschrijft Frits hoe die ontmoeting tot stand kwam. Hieronder eerst een mail van Frits aan Astrid en daaronder de column die hij in De Kampioen van de ANWB (de nieuwste versie die één dezer dagen bij alle leden op de mat zal vallen of reeds is gevallen) heeft laten plaatsen.
Dag Astrid.
Ik kreeg je mail door over mijn column. Het gesprek dat we hadden op de afscheidsreceptie van een aantal PvdA-kamerleden en natuurlijk Mellis, motiveerde me zeer om daar een column over te schrijven voor de ANWB (4 miljoen exemplaren!).
Het leuke is dat de Vereniging al heeft laten weten erg blij te zijn met de column en of ze de column ook in hun blad mogen afdrukken (natuurlijk mag dat).
Ik heb inmiddels ook je web-site gezien, erg leuk.
Bijgaand de column tekst, nogmaals dank voor de inspiratie en het leuke gesprek. Mocht ik ooit iets voor jullie vereniging of stichting kunnen doen laat het me weten.
HULPHONDEN
Mijn houding ten opzichte van honden is altijd een beetje een dubbele geweest. Aan de ene kant ben ik dol op die beesten, terwijl ik ook een ongelofelijke hekel aan ze kan hebben. En dat laatste betreft vooral bepaalde exemplaren. Soms is het ook de combinatie baas/hond die mij of niet aanstaat of door hun gedrag tot louter meelijden wekt.
Wellicht is het allemaal terug te voeren op de jaren dat ik tijdens mijn studie als hulpbesteller bij de PTT werkte. Iets te vaak hingen ze aan mijn broek of nog erger aan mijn kuiten. Of dat ene exemplaar dat het altijd vanaf de andere kant van de brievenbus op mijn vingers had voorzien. Eén keer zelfs met succes. Ik kan u verzekeren dat mijn wraak een paar weken later met de nieuwe Gouden Gids zoet is geweest…
Maar er zijn ook honden waar ik dol op ben. Zoals Sjefke, de brutale en eigenzinnige scheepshond van de bevriende charterschipper van de oud-Hollandse klipper De Noordvaarder. En zo zijn er nog wel een paar exemplaren te noemen.
Zo werd ik onlangs getroffen door prachtige trouwe blik van een golden retriever. Het was op een afscheidsreceptie van een aantal Kamerleden. Terwijl ik probeerde te luisteren naar de vele en lange speeches kon ik mijn blik niet van die hond afhouden. Wat een prachtbeest. Hij lag in die stampvolle zaal rustig naast de rolstoel waar zijn zwaar verlamde bazin in zat. Alsof de wereld om hem heen niet bestond.
Toen we weer mochten praten raakte ik dan ook onmiddellijk in gesprek met zijn bazin. Haar hond bleek een zogenoemde hulphond. Een blindengeleidehond kennen we allemaal, maar hulphond? Nooit van gehoord. Toen zij vertelde wat die hond allemaal doet viel ik van de ene verbazing in de andere. Hij opent deuren, raapt spullen op, haalt desgevraagd dingen uit de koelkast en drukt op de knop bij het oversteeklicht. Het goede beest opent de wasmachine en droger en gooit de natte was van het ene apparaat in het andere waarbij het zelfs de in elkaar gedraaide sokken nog even netjes uitschudt. En of het niet genoeg is ’s avonds helpt hij zijn bazin ook nog eens uit de kleren. Wat een prachtige en bijzondere samenwerking tussen mens en dier.
Ik schrok ervan toen de bazin mij vertelde dat er nog steeds veel plaatsen en situaties zijn waar haar hond niet welkom of gewenst is. Zoals in bepaalde vormen van openbaar vervoer, bepaalde gebouwen of restaurants. Nogmaals ik ben niet grootste hondenliefhebber, maar voor honden met zo’n belangrijke taak mag toch geen enkele belemmering bestaan.
Met vriendelijke groet en een aai voor Mellis,
Frits Wester
Opgeslagen onder Rompslomp